“De iPhone is het beste product met het beste verdienmodel ooit”, stelde techanalist Ben Thompson in mei 2016. Hij heeft een punt.
Sinds Steve Jobs op 9 januari 2007 de eerste iPhone aankondigde, is Apple in een ongekende stroomversnelling geraakt. Het bedrijf veranderde van een sympathieke gadgetmaker in een toonaangevende techgigant.
De omzet steeg maar door, tot een piek van 88 miljard dollar in het laatste kwartaal van 2017. Drijvende kracht daarachter was de groei van de iPhone, de absolute cash cow van Apple. In sommige kwartalen was meer dan twee derde van de omzet afkomstig van de telefoonverkopen.
Indrukwekkend, maar ook problematisch. Want Apple werd daardoor erg afhankelijk van de iPhone, iets dat begin dit jaar pijnlijk naar voren kwam.
Door tegenslag voor de Chinese economie en de handelsoorlog die Trump heeft ontketend, vielen de iPhone-verkopen behoorlijk tegen. Apple moest zelfs de eerste omzetwaarschuwing ooit afgeven. Want gaat het slecht met de iPhone, dan gaat het slecht met Apple.
Ruim een half jaar later lijkt Apple bezig met een transformatie. Voor het eerst sinds 2012 is minder dan de helft van de omzet afkomstig uit iPhone-verkopen, blijkt uit de kwartaalresultaten die het techconcern dinsdag presenteerde. In april, mei en juni van dit jaar was de iPhone goed voor 48 procent van alle inkomsten.
En er is meer goed nieuws: ondanks dat de opbrengsten uit iPhone-verkopen opnieuw flink daalden vergeleken met een jaar eerder, nam de totale omzet van het bedrijf toe. Apple is dus minder afhankelijk van de iPhone en weet inkomsten te vergaren uit andere bronnen.
Wat doet het nu dan zo goed? De diensten en wearables van Apple zitten al een tijd in de lift. Apple splitst dat niet verder uit, maar CEO Tim Cook noemde in de toelichting op de kwartaalcijfers wel dat de Apple Watch en AirPods goed verkopen.
Driekwart van de mensen die in april, mei en juni een Apple Watch kochten, deden dat voor het eerst. Als de wearables-tak van Apple op eigen benen stond, dan zou die volgens Cook bij de 200 grootste bedrijven van de VS horen.
Qua diensten verdient Apple onder meer aan software als de App Store, streamingmuziekdienst Apple Music, de Apple Care-verzekering en betaaldienst Apple Pay. Cook denkt dat de dienstentak volgend jaar door kan groeien naar 50 miljard dollar omzet op jaarbasis.
Kortom, het heeft er alle schijn van dat Apple een omslag maakt. Het bedrijf is minder afhankelijk van één topproduct en verdient steeds meer aan de diensten en het ecosysteem eromheen. Maar er is ook een nadeel: die inkomsten zijn nog steeds in grote mate afhankelijk van de iPhone.
De meeste betalende leden van Apple Music hebben een iPhone. Iemand die Apple Pay, Apple Care en de App Store gebruikt, heeft Apple-hardware in bezit. En de Apple Watch en AirPods kun je los wel gebruiken, maar dan haal je er niet alles uit.
Als Apple wil blijven groeien met diensten en wearables, dan moet bedrijf meer iPhones verkopen – of serieus werk maken van hun software op Android. Cook wilde wat dat laatste betreft weinig prijsgegeven na vragen van analisten.
"We hebben andere producten voor mensen om aan te schaffen", aldus Cook. "Mensen kijken Apple TV en Apple Music is ook beschikbaar voor Android. Dus er zijn een reeks dingen naast de iPhone. We kijken wat we gaan doen in de toekomst."